Wanneer je zomaar wordt aangevallen door een hond of plotseling een trap krijgt van een paard kun je ernstig letsel oplopen. Bijtwonden in je been, je arm of hand of erger nog, in je gezicht zijn traumatisch.
Ook de trap van een paard kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Het dier kun je daarvoor niet aansprakelijk stellen, blijf je dan zelf met de schade zitten? In veel gevallen is er een mogelijkheid om de schade te verhalen op de eigenaar of bezitter van het dier. Hier leggen we uit hoe dat zit.
In de wet is geregeld dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor schade die het dier heeft veroorzaakt als die schade voortkwam uit de ‘eigen energie van het dier’. Zeg maar een spontane en onverwachte actie van het dier waardoor je letsel oploopt. In dat geval spreken we van zogenaamde risico-aansprakelijkheid. Bij risico-aansprakelijkheid gaat het niet om verwijtbaarheid of schuld, maar eenvoudig om het zich verwezenlijken van een risico waarvoor je dan – in dit geval als bezitter van een dier- aansprakelijk bent. Het is dus niet van belang of je als bezitter de hondenbeet of de trap van het paard had kunnen voorkomen, als het gebeurt en iemand loopt daardoor letsel op, dan ben je aansprakelijk. Het gaat dus niet om bewust gedrag van de bezitter dat tot letsel leidt, maar om een risico dat zich verwezenlijkt, namelijk van het hebben van een dier, waarvoor je als bezitter aansprakelijk bent.
De gedachte erachter is dat in het houden van een dier altijd een risico schuilt omdat dieren qua gedrag nou eenmaal altijd onberekenbaar zijn en die onberekenbaarheid tot schade kan leiden. Aansprakelijkheid is aan de orde wanneer het dier uit zichzelf de schade heeft veroorzaakt. Bijvoorbeeld als je langs een hond loopt die zomaar uit het niets je in je been bijt of wanneer je op een paard rijdt dat opeens op hol slaat waardoor je eraf valt. In die gevallen is de bezitter aansprakelijk. Maar als je bijvoorbeeld zelf de hond hebt uitgelokt door hem te pesten of pijn te doen en hij bijt je, dan is de bezitter niet aansprakelijk. En wanneer je als ruiter een paard berijdt en hij weigert wanneer je hem over een hek wil laten springen waardoor je eraf valt, dan is de bezitter ook niet aansprakelijk. In die gevallen is het niet de eigen energie van het dier dat de schade heeft veroorzaakt, maar het gedrag van de (in het voorbeeld) jezelf en moet je ook zelf je schade zelf dragen.
Ook een beveiligingshond die op commando een dief te grazen neemt doet dit niet uit eigen energie maar is daartoe aangestuurd. In dat geval is er geen sprake van risico-aansprakelijkheid zoals hiervoor bedoeld. Als blijkt dat de inbreker geen inbreker was, maar gewoon de zoon des huizes die te laat thuis kwam en dus ten onrechte werd aangezien voor inbreker, dan kan de beveiliger die de hond het commando gaf, wel aansprakelijk zijn op grond van onrechtmatige daad.
Juridisch wordt onder bezitter verstaan degene die het dier onder zich heeft en daar de verantwoording over draagt. Vaak is dat ook de eigenaar, maar dat hoeft niet. De bezitter heeft weinig mogelijkheden onder die aansprakelijkheid uit te komen en is daar meestal ook voor verzekerd via de gebruikelijke WA-verzekering die de meeste mensen hebben afgesloten.
Ben je slachtoffer van bijvoorbeeld een hondenbeet dan heb je niet zo’n hele zware bewijslast, al moet je natuurlijk wel kunnen achterhalen wie de bezitter is van het dier en moet je de omstandigheden aannemelijk maken van wat er is gebeurd. Word je bijvoorbeeld bij een wandeling in het bos gebeten door een loslopende hond, van wie niet kan worden achterhaald bij wie hij hoorde, dan heb je pech en blijf je met de schade zitten.
Het is verstandig wanneer je letsel oploopt door toedoen van een dier, dat je probeert zo snel mogelijk voor jezelf vast te leggen wat er is gebeurd (bijvoorbeeld via je mobiele telefoon) en of er mogelijk getuigen zijn geweest die over het voorval iets kunnen verklaren of weten aan wie het dier toebehoort. Zou er dan achteraf discussie ontstaan over wat er is gebeurd, dan zit het in ieder geval welk goed in je geheugen.
In sommige situaties wordt er rekening mee gehouden dat bepaalde activiteiten met dieren, gevaren of risico’s met zich brengen. Het trainen van politiehonden als pakwerker of het berijden van een paard geeft een verhoogd risico op een situatie dat het dier onverwacht gedrag vertoont en daardoor letsel ontstaat. Zelfs het berijden van een paard waarmee je bekend bent en dat niet eerder onverwacht gedrag heeft vertoond, brengt het risico met zich dat het toch op een onverwacht moment spontaan op hol slaat en je van zijn rug afwerpt.
In de rechtspraak wordt dat risico beoordeeld als een vorm van eigen schuld. Paardrijden wordt gezien als een sport die een verhoogd risico met zich brengt dat het paard onberekend gedrag vertoond waardoor letsel ontstaat. Wanneer je als pakwerker bij de hondenclub bijtletsel oploopt na een oefensessie met een hond, omdat die ‘helemaal als een dolle’ te keer ging, zal dat een vrij hoge mate van eigen schuld oproepen. Het pakwerken brengt nou eenmaal een dergelijk risico met zich mee en daarvoor kan de hondenbezitter niet volledig aansprakelijk worden gehouden. In die gevallen zal de aansprakelijkheid wordt verminderd met een deel eigen schuld, uitgedrukt in een percentage, bijv. 50 of 25%. Dat betekent dat je dat deel van je schade niet vergoed krijgt en dus zelf moet dragen.
Risico-aansprakelijkheid voor letselschade als gevolg van onverwacht gedrag van dieren, kan dus ertoe leiden dat de aansprakelijkheid snel komt vast te staan, waarmee het recht op vergoeding van schade is bevestigd, maar dit betekent niet vanzelfsprekend dat ook altijd de volledige schade wordt vergoed. Als gevolg van zogenaamde eigen schuld kan er sprake zijn van een verminderde aansprakelijkheid en dan ook van een minder dan volledige schadevergoeding.