Wanneer iemand zich onder behandeling van een arts stelt, doet hij dat in de regel voor klachten of een aandoening waarvan hij wil herstellen. Het doel is derhalve ‘beter’ worden. In de meeste gevallen leidt de medische behandeling ook tot het opheffen van de klachten of het verbeteren daarvan. Maar soms leidt de behandeling tot een verslechtering van de gezondheid met een toename of verandering van klachten. Vaak wordt dan gedacht dat vanwege de verslechterde gezondheid of toegenomen klachten, de arts altijd tot vergoeding van schade kan worden aangesproken. Die gedachte is, hoewel niet onlogisch, niet correct. In dit onderdeel zullen we daar nader op ingaan.
Wanneer door een medische behandeling de gezondheid van de patiënt er op achteruit gaat in plaats van vooruit, kan dat het gevolg zijn van een fout van de arts. Bijvoorbeeld wanneer er een verkeerde diagnose is gesteld omtrent de aandoening en daardoor een verkeerde behandeling is gegeven, of wanneer een behandeling verkeerd is uitgevoerd. Maar er kan ook sprake zijn geweest van een complicatie waardoor de verslechtering is ontstaan. Een complicatie is een onbedoelde en ongewenste verandering in de gezondheid van de patiënt tijdens of na de behandeling, die de arts niet had kunnen voorkomen of voorzien en hem ook niet kan worden aangerekend. Bij een complicatie ontstaat er dus schade die de arts niet had kunnen voorkomen. In dat geval kan de arts niet worden aangesproken tot vergoeding van de schade.
Is er echter sprake van een fout van de arts waardoor het behandelresultaat slechter is dan mocht worden verwacht of is daardoor een verbetering of herstel van de klachten geheel uitgebleven, dan is het wel mogelijk de arts voor de schade aan te spreken. Om te kunnen beoordelen of er sprake is van een fout van de arts waarvoor hij aansprakelijk kan worden gesteld, wordt gekeken naar hoe een redelijk en bekwaam handelende (andere) arts in de betreffende situatie zou hebben gehandeld. Is de conclusie dat de arts niet heeft gehandeld zoals een redelijk hulpverlener zou hebben gedaan in dezelfde situatie, dan kan gesproken worden van een verwijtbare fout en moet de schade door de arts worden vergoed. Daarbij gaat het dan om de schade die het gevolg is van de fout als zodanig.
Medische foutzaken spelen zich af in de verhouding tussen de arts en de patiënt of bijvoorbeeld therapeut en patiënt. Die verhouding is juridisch gezien gebaseerd op de medische behandelingsovereenkomst.
Wanneer een patiënt zich tot een arts wendt wordt er in de regel geen schriftelijke overeenkomst gesloten tussen de arts en de patiënt. Toch wordt de relatie tussen de arts en de patiënt gezien als een vorm van een overeenkomst. In het kader van die overeenkomst, moet de arts de patiënt naar behoren en deskundig behandelen. Hij moet zich daarvoor voldoende inspannen op basis van zijn kennis en ervaring. De patiënt kan (vooraf) geen resultaat afdwingen of een soort garantie verlangen van de arts dat de behandeling altijd het gewenste resultaat heeft. De verplichting die de arts op zich neemt wanneer hij een behandeling toepast is dat hij die medische behandeling geeft die een redelijk en bekwaam handelend arts zou geven. Wanneer hij daar echter in tekort schiet, dan kan hij tot vergoeding van de schade worden aangesproken.
De patiënt moet aantonen dat de arts in de behandeling een fout heeft gemaakt. Ook zal hij moeten aantonen dat die fout heeft geleid tot schade en moet hij tenslotte de omvang van de schade aantonen.
Die bewijslast kan best lastig zijn. Om de patiënt hierbij te ondersteunen maken we veelal gebruik van een deskundige medisch adviseur die de gehele kwestie kan beoordelen. Wordt door de arts de fout of de aansprakelijkheid betwist, dan kan het wenselijk zijn een onafhankelijk medisch deskundige in te huren die iets kan verklaren over de wijze waarop de arts in kwestie heeft gehandeld en waarin hij tekort is geschoten.
Het beoordelen van medische kwesties is niet makkelijk. Het gegeven dat het resultaat van een medische behandeling de patiënt (ernstig) tegenvalt, hoeft immers niet te betekenen dat de arts een fout heeft gemaakt. Dat zal concreet onderzocht moeten worden aan de hand van het medisch dossier. Beoordeeld zal moeten worden of er een correcte diagnose is gesteld, of de behandeling adequaat is geweest, of de patiënt (vooraf) goed is geïnformeerd over de behandeling en is gewezen is op eventuele risico’s van de behandeling enzovoort. Pas wanneer blijkt dat de arts ondeskundig gehandeld heeft, onnodige risico’s heeft genomen, een verkeerde diagnose heeft gesteld, onvolledig is geweest in zijn voorlichting of bijvoorbeeld verkeerde medicijnen heeft voorgeschreven, kan gesproken worden van medische wanprestatie ofwel een medische fout.
In de praktijk wordt discussie over medische fouten in de regel niet gevoerd met de arts zelf, maar met zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Dat is de aansprakelijkheidsverzekeraar van de praktijk of het ziekenhuis waar de arts werkzaam is. De praktijk laat zien dat die verzekeraars zich lastig, weerbarstig opstellen en dat zelfs in zaken waarin het voor de hand lijkt te liggen dat de aansprakelijkheid wordt erkend, er stevig wordt gediscussieerd voordat aansprakelijkheid komt vast te staan. Ook de gevolgen van een fout zijn niet altijd eenvoudig vast te stellen en vergen meer dan eens een nadere beoordeling door een deskundige die zich daarin moet verdiepen en over moet uitlaten. Dat komt daardoor dat een medische behandeling niet een vooraf gegarandeerd resultaat kent en er dan discussie over ontstaat of er wel sprake is geweest van een fout of toch van een complicatie die de arts niet had kunnen vermijden.
De aard en langdurigheid van dergelijke discussie maken dat medische fout zaken een lange behandelduur kennen, waarbij veel kosten moeten worden geïnvesteerd om de onderste steen boven te kunnen krijgen.
Vanwege het kostenaspect zijn belangenbehartigers niet altijd enthousiast om medische zaken in behandeling te nemen. In de loop der jaren hebben wij een werkwijze opgebouwd waarbij we samen met door ons in te schakelen medisch adviseurs en/of deskundigen, voordat we aan een zaak beginnen een haalbaarheidsonderzoek doen. Dat geeft ons een goed eerste inzicht op basis waarvan we dan met de cliënt de mogelijkheden of de risico’s bespreken. Zien we mogelijkheden om met succes de discussie aan te gaan, dan gaan we ermee aan de slag. Dat is dan geen garantie op succes, want gaande de dossierbehandeling kunnen er medische zaken blijken of duidelijk worden die bij de eerste beoordeling nog niet bekend waren. Hoe dan ook communiceren we helder over onze bevindingen en conclusies met de cliënt, ook wanneer we op enig moment toch moeten besluiten dat het geen haalbare zaak is met succes een claim in te dienen.
Tijdens het skaten met een aantal vrienden komt Mick vrij hard ten val en bezeert met name zijn pols. Hij wordt op de Spoedeisende Hulp onderzocht door een orthopeed die concludeert dat de pols zwaar verstuikt is. Hij laat geen foto’s maken en stuurt Mick met een drukverband en wat pijnstillers naar huis. De pijnklachten houden echter aan en na een week van onverminderde pijnklachten gaat Mick naar zijn huisarts. Die vertrouwt het niet en stuurt hem door om röntgenfoto’s te laten maken ter controle. Daarop blijkt dat de pols op twee plaatsen gebroken is. De radioloog die de foto’s beoordeelt, vertelt Mick dat het beter was geweest wanneer de breuken meteen waren geopereerd. Nu is er sprake van onherstelbare schade.
Mick vraagt ons om advies. Als zelfstandig werkend schilder is hij behoorlijk gedupeerd door het hele voorval en heeft hij vele opdrachten moeten afzeggen. Aan de hand van het medisch dossier komt onze medisch adviseur tot de conclusie dat er inderdaad sprake is van onherstelbare schade aan de pols, die vermeden had kunnen worden wanneer de breuken meteen waren vastgesteld en de pols meteen was geopereerd. Op basis daarvan stellen we de arts van het ziekenhuis aansprakelijk voor de gemaakte fouten. Het ziekenhuis ontkent dat er fouten zijn gemaakt en stelt bovendien dat ook wanneer er meteen foto’s waren gemaakt, er toch sprake was geweest van blijvende klachten en beperkingen. Met andere woorden zegt het ziekenhuis dat zelfs wanneer er inderdaad sprake is geweest van een of meerdere fouten, die fouten niet tot schade in de vorm van een verslechtering van de klachten hebben geleid.
Onderzoek door een onafhankelijke deskundige wijst echter uit dat de aard van het letsel zonder meer aanleiding had moeten zijn om röntgenfoto’s te maken. Door dat niet te doen heeft de arts een verwijtbare fout gemaakt. Bovendien stelt de deskundige dat wanneer meteen foto’s waren gemaakt, duidelijk was geworden dat operatief ingrijpen noodzakelijk was geweest hetgeen zeer waarschijnlijk dan had geleid tot een (nagenoeg) restloos herstel. Daarvan was nu echter geen sprake want onze cliënt werd fors gehinderd door klachten en beperkingen aan zijn pols, waarvan de deskundige vaststelde dat die blijvend waren! Zijn beroep als schilder kon hij vaarwel zeggen. Uiteindelijk was de verzekeraar van het ziekenhuis naar aanleiding van het rapport van de deskundige alsnog bereid de schade van Mick volledig te vergoeden.